Hieronder een aantal steden en leuke plaatsjes, die zeker een bezoek waard zijn.
Ca. 2 kilometer ten zuiden van de huidige stad ligt l’Alcudia: het voormalige Elche. In de tijd van de Moren is de stad verplaatst en omgeven door palmbomen. Deze oase is in 2000 tot Werelderfgoed verklaard en de palmbomen mogen niet worden gekapt.
L’Alcudia is een archeologische vindplaats van o.a. het borstbeeld van de dame van Elche (Dama de Elche). Het kunstwerk heeft aan de achterkant een ovale opening naar het holle interieur van het beeld. Recente studies hebben uitgewezen dat dit beeld als bewaarplaats voor een urn diende. Het originele beeld uit de 4e eeuw voor Christus staat in het Archeologisch Museum in Madrid, in el Huerto del Cura staat een replica.
De kustplaats Dénia is wellicht wel de oudste nederzetting in deze regio waarbij de geschiedenis teruggaat tot de vierde eeuw voor Christus. Denia is tegenwoordig vooral een moderne toeristenplaats met meer dan 20 kilometer aan stranden. Het Kasteel van Dénia, dat boven de plaats uitsteekt, doet nog denken aan lang vervlogen tijden. In Dénia vind je nog wel diverse straten met panden die stammen uit de achttiende en negentiende eeuw. Ook staan hier twee mooie gebouwen: het oude gemeentehuis en de Iglesia de Nuestra Señora de la Asunción. Deze zijn beiden gelegen aan het sfeervolle plein Plaza de la Constitution.
De haven van Dénia is tevens erg belangrijk voor de stad, vanwege de vissers die elke dag hun vangst binnenbrengen, vanwege de belangrijkste jachthaven van de Costa Blanca en vanwege het feit dat vanuit Dénia veerboten vertrekken en aankomen tussen het Spaanse vasteland en de Balearen.
De badplaats Calpe, ook wel bekend onder de Valenciaanse naam Calp, is een stad van ongeveer 30.000 inwoners en wordt naast Benidorm gezien als de belangrijkste toeristische kustplaats van de Costa Blanca.
Het meest opvallende en bekende van deze plaats is de berg en het natuurpark Peñón de Ifach, één 332 meter hoge berg die direct aan of in de zee ligt en waar je via een mooie wandeling tot aan de top kunt lopen voor een geweldig uitzicht. Een echt oude stadskern is er niet en het leven speelt zich vooral af rondom de vissershaven en langs de drie stranden die de kustplaats rijk is.
De inwoners hebben de landbouwtechnieken uit het oosten en de Sahara naar Europa overgebracht voor de dadelteelt met als gevolg dat er nu duizenden bomen staan, sommige meer dan 300 jaar oud.
Er zijn twee parken: het gemeentelijke park met diverse soorten planten en palmbomen en ‘Huerto del Cura’, een exotische tuin met een zeldzame verscheidenheid aan palmbomen. Het gemeentelijk park heeft buiten de hoge palmen ook waterpartijen, een podium, een buitenzwembad en een sportpark. Verder is hier het plaatselijke VVV kantoor gevestigd met een bezoekerscentrum, waar de historie van Elche en de palmbomenteelt getoond wordt.
Tussen de eerder genoemde plaats Dénia en de kustplaats Calpe ligt het oude vissersdorp Xàbia. Het verwarrende van deze plaats is dat het twee namen heeft, Xàbia in het Valenciaans en Jávea in het Spaans. Beide namen worden gehanteerd wat nog wel eens voor verwarring kan zorgen al is de Valenciaanse versie het meest gebruikt door de inwoners (behalve de buitenlanders die liever de Spaanse naam gebruiken).
Jávea heeft weliswaar nog een haven waar de visvangst belangrijk is maar het toerisme is eigenlijk de grootste bron van inkomsten tegenwoordig. In het noorden van de gemeente ligt iets meer landinwaarts de oude dorpskern met de haven aan de kust. Jávea (Xàbia ) ligt aan een grote baai, beschermd door twee in zee uitstekende rotsen: de Cabo de La Nao (Kaap van het Schip) met haar vuurtoren uit 1855 en de Cabo San Antonio.
Net onder Altea ligt iets landinwaarts het dorp l’Alfaz del Pi, een gemeente waar de grootste groep Nederlandse inwoners te vinden is. Hier ademt men praktisch Nederlandse lucht, is het eten Nederlands, kun je winkelen bij Nederlandse winkels en supermarkten, wordt er Nederlands gesproken op straat en is de kans groot dat je een bekende tegen zult komen.
De kustplaats Villajoyosa, in het Valenciaans Vila Joiosa, is zeker een bezoekje waard vanwege het feit dat het niet ver van het enorme drukke Benidorm is gelegen maar compleet anders is. Zo is het er veel rustiger en authentieker Spaans dan in Benidorm en is wandelen over de boulevard een leuke ervaring aangezien de huizen allemaal anders gekleurd zijn. Daarnaast is het oude centrum gezellig om doorheen te lopen en zijn er veel pleintjes waar je iets kunt drinken of eten of natuurlijk van die lekkere tapas genieten.
Het nu aantrekkelijke oude centrum was enkele jaren geleden echter compleet anders. De vissershuizen waren in verval geraakt en het was een beetje een oude rotzooi. Het dorp werd echter opgeknapt en de huizen direct aan de boulevard kregen allemaal een andere kleur. Nu behoort Villajoyosa tot een van de leukste dorpen aan de Costa Blanca. Naast de stranden, de kleurige huizen en het gezellige oude centrum, is deze kustplaats ook bekend vanwege de Moros y Cristianos feesten en vanwege de chocolade. Er is namelijk een jarenlange traditie van chocolademakers zoals het bekende merk Valor.
Deze kustplaats kenmerkt zich door de duinen met fijn zand die hier te vinden zijn langs de stranden, de “Dunas de Guardamar” welke tot een beschermd natuurgebied zijn verklaard.
Vroeger had Guardamar del Segura een mooi oud centrum maar een grote aardbeving in het jaar 1829 zorgde ervoor dat veel gebouwen in elkaar storten waarna er nieuwe gebouwen werden neergezet. Wel is nog het kasteel te bekijken waarin tegenwoordig een museum is gevestigd met alle historische informatie over deze kustplaats en de omgeving. Verder is er een leuk centrum en is het hier niet zo massaal druk als in andere kustplaatsen aan de Costa Blanca.
Weg van de drukte aan zee, ingeklemd tussen Calpe en Moraira, ligt op een hoogte van 275 meter boven de zeespiegel het authentieke stadje Benissa.
De kustplaats Santa Pola was vroeger de havenplaats voor de nabijgelegen stad Elche maar tegenwoordig is het een toeristenplaats geworden met 11 kilometer zandstrand maar ook kleine en beschutte baaien ten zuiden van het centrum. In Santa Pola zelf kun je leuk wandelen in het centrum, langs de kleine jachthaven en kun je het kasteel bezoeken of een kijkje nemen bij de vigilantie torens die langs de kust staan en bij de vuurtoren.
Nabij Santa Pola ligt het Las Salinas natuurpark waar zout gewonnen wordt en waar veel vogelsoorten te zien zijn. Wat ook interessant is om te bezoeken is het ongeveer 5,5 kilometer voor de kust gelegen kleine eilandje Isla de Tabarca.
De kustplaats Torrevieja is het zuidelijkste en een van de laatste plaatsen van de Costa Blanca en van de provincie Alicante voordat deze overgaat in de deelstaat Murcia. Op zich is de plaats Torrevieja niet echt oud en veel bezienswaardigheden in de vorm van oude gebouwen of monumenten zijn hier niet te vinden. Toch is Torrevieja uitgegroeid tot een zeer geliefde vakantieplaats bij vooral Spanjaarden die hier een tweede (vakantie)woning bezitten. Wel bezienswaardig zijn de Salinas waar zout wordt gewonnen en de Lagunes die als beschermd natuurgebied geregistreerd staat.
Tot slot nog even een nummer 11, te weten Guadalest. Deze kleine gemeente ligt echter niet aan de kust dus hebben we deze niet op deze lijst gezet maar het is wel noemenswaardig vanwege de prachtige route er naartoe waarbij je door het bergachtige landschap rijdt om daarna uit te komen bij een dorp welke gelegen is op een rotspunt en waarvan je uitzicht hebt over het stuwmeer. Via een gat in de berg kun je naar het oude dorp lopen waarna de bezienswaardigheden zoals het 12e eeuwse kasteel, de oude gevangenis en de kerk het bezoeken waard zijn. Guadalest is vanuit de kustplaatsen zoals Calpe, Altea, Benidorm, Alfaz del Pi, Moraira en Javea binnen een uur te bereiken wat het zeker de moeite waard maakt om eens te bezoeken.
Of lees verder op de volgende websites: